brief 14 aan Vincent van Gogh

11 juli 2023

Op 30-06-2023 schreef ik -als artist in residency in Studio ZOOkeeper - mijn veertiende brief als antwoord op de 23 brieven die Vincent van Gogh schreef in 1883 in Drenthe.

Beste Vincent,

Het alarm gaat plotseling af, een oorverdovend kabaal. Ik ren naar buiten. En wacht op de beveiliging die belooft binnen 20 minuten te komen. In de tussentijd kan ik alleen wachten. “Zookeeper” leest een oudere man op de fiets die bij mij stopt op de gevel van mijn atelier. “Dat was ik ook, vanaf 1965, in deze dierentuin. Ik fiets hier regelmatig een rondje en heb altijd wel een ontmoeting met iemand waarmee ik een verhaal kan delen.” Hij vertelt over de reuzenschilpadden in mijn atelier, de neushoorn die hij met auto en aanhanger ging halen, en hoe alles veranderde in de loop der tijd. Ook zijn leven en werk was één, want hij woonde op het terrein.
Om nog even bij dieren te blijven vind ik een mooi citaat in jouw brieven: (28 okt)
‘een woord van Gustave Doré heb ik altijd magtig mooi gevonden; ‘jái la patience dún boeuf’. Ik zie daar meteen in iets goeds, een zekere resolute eerlijkheid (…), het is een echt artiestenwoord(…)wat is dat stil wat is dat deftig.” En daar tegenover zet je de ‘redenaties’ uit de kunsthandel over ‘gave’ en benoemd deze als ‘ijsselijk ravengekras.’
Het geduld van een rund..Een dier ís, een mens zit opgezadeld met bewustzijn en heeft de behoefte zin te geven aan het bestaan of betekenis te zoeken in religie, kunst, filosofie of wetenschap. Vaker lees ik vergelijkingen in jouw brieven met dieren (varken) waarin je jezelf bescheiden opstelt en wars lijkt van hoogdravendheid. Het ravengekras van de kunsthandel is als ‘gebral’ negatief bedoeld uiteraard. Het woord ‘gave’ dat in jouw tijd kennelijk vaker gebruikt wordt om een buitengewoon getalenteerde kunstenaar tot heilig te verklaren zie jij denk ik als een te hoog van de toren blazen. Nee, jij noemt jezelf handwerkman en loopt achter een ploegende man, alsof je als schilder zelf de grond omploegt. Geduld, tijd nemen die de dingen nodig hebben, kalmte, híer zijn, niet dáár in de haastige afleiding van de dingen waar het niet om gaat. Het is voor mij ook iedere dag een training in geduld.
22 okt....”t komt mij zoo voor dat de heele kunsthandel ziek is om geheel mijn gedachte te zeggen betwijfel ik of de ontzettende prijzen zelfs voor de meesterstukken zullen blijven. Er is een je ne sais quois over heen gegaan dat den boel verkild heeft en het enthousiasme is in zijn schulp gekropen.`
Tja…jouw meesterstukken zijn gigantische bedragen waard. Hoe zou jouw werk dat beïnvloeden als jij het bij leven meegemaakt zou hebben? Zou je dan dicht bij jezelf kunnen blijven, of kruipt die buitenwereld dan toch in je en neemt jouw penseel over? Het heeft geen zin deze gedachtegang uit te werken. Ik kan een bedoeling zoeken achter de gang van zaken, hoe de dingen zullen lopen in jouw leven, of het zo moet zijn. Dat de puzzelstukjes in elkaar vallen. Tegelijk denk ik dat we ons eigen verhaal maken en vertellen zodat we ermee kunnen leven. Voor wat het waard is.
28 okt “..ik heb van de kunsthandel t mijne maar niet van de kunst. Het handelen laat ik daar en ik zoek het in het hart van het vak zelf.” Veel gedesillusioineerde kunstenaars laten zich teveel beinvloeden door de lelijke kanten van de kunsthandel, waarin het meer om het effect (de verkoop) lijkt te gaan dan om de inhoud. Het is van belang iedere keer weer terug te keren naar het begin, naar de (onschuldige) kern, het hart van het vak.  Wat anderen er ook over zeggen of doen. Ik moet denken aan mijn rit gisteren langs verschillende huizen in de buurt van Nieuw-Amsterdam waar jij hebt gelopen. We kwamen langs De Breehof, waar vroeger Villa Breehof stond waar sjieke bijeenkomsten plaats vonden voor deftige mensen terwijl een eindje verderop armoedige plaggenhutten stonden. Een groot contrast. Jij was niet geïnteresseerd in die rijkelui waar je wel contact mee had kunnen leggen als je zakelijk was geweest zodat je jouw werk daar had kunnen slijten. Nee jij zocht iets anders. Het aardige is dat De Breehof nu een opvangplek is voor daklozen, gerund door het Leger Des Heils. Dus een plek voor mensen die buiten de maatschappij vallen. Jij loopt aan die plek in 1883 om begrijpelijke reden voorbij. Maar ik ga daar volgende week aanbellen omdat er mensen wonen die mij in het hier en nu interesseren waarvan juist hun portret uitgelicht mag worden en hun verhaal verteld.
 


Gezin voor plaggenhut
Gezin voor plaggenhut