Traag

2 mei 2020

De wereld ligt nog even ziek in bed, maar we lijken aan de beterende hand. Toch is het onduidelijk hoe lang het nog gaat duren. De wereld is tot stilstand gebracht door een onbekende onzichtbare ziekmaker. Wat staat ons te wachten als we ontwaken. Economische voorspellers herhalen doemscenario’s in de media. Anderen willen deze onbekende stille tijd archiveren voor de toekomst in het besef dat we nu al geschiedenis schrijven voordat het geschiedenis is. We hebben gezamenlijk verschillende stadia doorlopen, gevoed door de eindeloze stroom beelden via de media. Van ongeloof en relativerende humor, schokkend besef, angst, berusting, troost, gemeenschapszin, maar nu begint er een onrust. Er is meer geluid buiten. De situatie lijkt niet meer houdbaar.
Het geloof in economische groei, in beweging zijn, ergens naartoe gaan, houdt de wereld op de been. Maar als je ziek bent dan moet je rusten en wachten tot het over is. Er is dan alleen nu. En dat is confronterend. Er is geen afleiding van de beweging, ineens is er ruimte voor innerlijke stemmen die anders niet gehoord worden.
Het is denk ik inherent aan het mens-zijn om betekenis te zoeken en te geven aan de tijd en dat wordt sterker in deze tijd die we niet herkennen. De wereld(economie) heeft griep maar de natuur groeit gewoon door. De vogels nemen meer ruimte in, de zon komt op en gaat onder, de lente laat zich zien en trekt zich niks aan van de zieke mensenwereld. De natuur is en wij mensen willen het snappen en inkaderen.
Kunst troost zeggen velen in deze tijd. Ergens anders las ik een geïrriteerde reactie dat kunst niet troost maar moet verontrusten. Het is ook maar welke definitie je hanteert. Ik begrijp het niet als mensen zeggen dat ze kunst gaan maken. Het werk moet zichzelf nog bewijzen of het de tijd kan doorstaan, of het echt de naam kunst mag dragen. Kunst maak je niet, het ontstaat, op momenten als je even niet oplet, met wel met de juiste concentratie en aandacht. Als het werk dan een troostend effect heeft of verontrust, dat maakt niet uit. Het raakt een gevoel, zet het denken in beweging en verdiept de ervaring. Het maken van iets nieuws, het creatief bezig zijn is eigenlijk een beetje spelen zoals kinderen doen. Iets maken gewoon omdat je het leuk of fijn vindt om te doen. En als kind is er ruimte om te spelen. Als je groot bent moet je meedoen met die groei van de economie en is spelen bijzaak. Maar nu de wereld nog een beetje ziek is er weer ruimte om te spelen.
Ik heb geen zin om mee te doen met de zich herhalende economische doemscenario’s. Wat zou er gebeuren als iedere dag via de media herhaald zou worden dat we met zijn allen het heel goed gaan hebben na onze gezamenlijke griep. We zijn dan met zijn allen goed uitgerust, alle ellende is eruit gezweet, we voelen ons als herboren. En we gaan met frisse energie iets moois neerzetten omdat we in onze collectieve retraite tot diepe inzichten zijn gekomen.